Publicaties

De resultaten van het project zullen worden gepubliceerd op deze website.

Samenvatting masterscriptie Kate Lazaridou

Hoe dragen NGO’s bij aan de strijd tegen mensenhandel in de zin van arbeidsuitbuiting? Een analyse van de Nederlandse situatie.

Mensenhandel is een ernstig internationaal misdrijf en een grove schending van mensenrechten. De United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) stelt vast dat ieder jaar duizenden mannen, vrouwen en kinderen wereldwijd in de handen van mensenhandelaren vallen. Nagenoeg ieder land krijgt te maken met mensenhandel; sommige landen met name als land van herkomst, andere landen als doorreis-, dan wel aankomstland. Mensenhandel kan verschillende vormen aannemen. De twee meest geconstateerde vormen van mensenhandel zijn seksuele uitbuiting en arbeidsuitbuiting. Mensenhandel in de zin van arbeidsuitbuiting maakt een ernstige inbreuk op de menselijke waardigheid en kan worden gezien als de moderne equivalent van slavernij. Daders van arbeidsuitbuiting isoleren hun slachtoffers in een omgeving waarin zij zich onveilig voelen en geen hulp kunnen zoeken. Er is geen uitgebreide kennis over de aard van het probleem onder de bevolking en arbeidsuitbuiting heeft in vergelijking met seksuele uitbuiting bovendien minder aandacht genoten in eerder onderzoek.

Mensenhandel is een complex fenomeen. In de bestrijding ervan spelen dan ook veel verschillende actoren een rol, waaronder wethandhavingsinstanties, onderzoekers en academici. Ook NGO’s vervullen een sleutelrol in de strijd tegen mensenhandel. Desondanks richten slechts enkele studies zich op hun rol in het bestrijden van mensenhandel. In deze masterscriptie wordt daarom getracht de rol van NGO’s in kaart te brengen in de strijd tegen mensenhandel in de zin van arbeidsuitbuiting om zo de kennis op dit weinig belichte onderzoeksgebied te vergroten. De Nederlandse situatie is een interessante focus voor de analyse omdat Nederland wordt beschouwd als land dat beleid met betrekking tot mensenhandel met succes en in overeenstemming met internationale regelingen implementeert. Bovendien dragen NGO’s in Nederland op verschillende manieren bij aan de strijd tegen mensenhandel.

De Nederlandse situatie is onderzocht door het uitvoeren van een literatuurreview en semigestructureerde interviews met relevante actoren uit het veld. Hieruit werden vijf categorieën opgemaakt waarin NGO’s actief zijn in de strijd tegen mensenhandel. Het bieden van individuele hulp aan slachtoffers gebeurt door het (1) leveren van diensten (wat bekend is aangezien NGO’s bekend staan om het bijstaan van slachtoffers) en het (2) versterken van het slachtofferperspectief. Breder dragen NGO’s bij door de (3) identificatie van slachtoffers en de (4) bewustmaking van het probleem. Tot slot staat (5) partnerschap voor het belang van samenwerking van NGO’s met de samenleving en overheidsautoriteiten aangezien deze samenwerking de effecten van de eerste vier categorieën versterkt.

Nederlandse NGO’s houden zich bezig met een grote verscheidenheid aan werkzaamheden en werken relatief goed samen met overheidsautoriteiten. De Nederlandse situatie kan dan ook worden gezien als goed voorbeeld van de bijdrage van NGO’s aan de strijd tegen mensenhandel. Hoewel er altijd ruimte is voor verbeterpunten (zoals het versterken van de positie van slachtoffers), wordt in Nederland gezocht naar een situatie waarin verschillende organisaties een plaats hebben. Concluderend hebben Nederlandse NGO’s een goede reputatie omdat ze goed samenwerken met de overheid, een meer objectieve benadering van het probleem van mensenhandel hanteren en blijven zoeken naar verbetering van hun beleid.