Samenvatting van het project

Het onderzoeksproject ‘Het nieuwe gezicht van mensenhandel: een beter begrip van arbeidsuitbuiting’ loopt van 2016 tot 2020. Het project wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) via een VENI-beurs die in 2015 in het kader van de Vernieuwingsimpuls is toegekend aan Masja van Meeteren. Het project streeft naar een beter begrip van de mechanismen via welke arbeidsuitbuiting tot stand komt en voortduurt. Het project zal zowel het opkomende onderzoeksveld als de beleidsvorming een belangrijke stap voorwaarts brengen.

Project

Miljoenen mensen worden jaarlijks slachtoffer van mensenhandel. Verschillende non-profit –en overheidsinstellingen schatten dat mensenhandel wereldwijd een van de grootste criminele activiteiten is. Slachtoffers krijgen vaak te maken met ernstige fysieke en psychische problemen. Ondanks dat academici mensenhandel in toenemende mate erkennen als belangrijk maatschappelijk probleem, blijft onderzoek achter.

Veel wetenschappers houden zich bezig met literatuurreviews, juridische definities en normatieve aspecten van mensenhandel. Tegelijkertijd is er vooralsnog een tekort aan empirisch onderzoek. Het schaarse empirische onderzoek dat er wel is richt zich bovendien voornamelijk op seksuele uitbuiting. Hierdoor blijft het aanzienlijk wijdverspreidere fenomeen van arbeidsuitbuiting onderbelicht.

‘Handel’ lijkt verplaatsing te impliceren. Mensenhandel gaat echter in juridische zin over uitbuiting en grensoverschrijding is geen noodzakelijke voorwaarde. Voor mensenhandel is de aanwezigheid van de volgende drie elementen vereist: een handeling (bijvoorbeeld het transporteren, huisvesten of onderbrengen van een persoon), middelen (bijvoorbeeld dwang of misleiding) en een doel (bijvoorbeeld financieel gewin). Mede door de focus op grensoverschrijding is er weinig bekend over arbeidsuitbuiting die plaatsheeft binnen de nationale grenzen. Dit is problematisch omdat uit recent onderzoek blijkt dat het vaker voorkomt dat leed wordt toegebracht door werkgevers op de werkplek dan door mensenhandelaren tijdens het transport.

In veel landen is arbeidsuitbuiting pas recentelijk strafbaar gesteld als mensenhandel (in Nederland in 2005). Dit verklaart deels waarom onderzoek naar dit ‘nieuwe gezicht’ van mensenhandel nog in de kinderschoenen staat en tot dusver met name beschrijvende resultaten en slechts beperkt theoretisch inzicht heeft opgeleverd. Dit onderzoeksproject richt zich op de ontwikkeling van een empirisch onderbouwde theorie voor arbeidsuitbuiting en verwacht daarmee in belangrijke mate bij te dragen aan dit opkomende onderzoeksveld. Met het beantwoorden van de volgende vraag zal het onderzoek een aanzienlijk bijdrage leveren aan het huidige onderzoek:

Welke typen arbeidsuitbuiting kunnen worden onderscheiden en welke mechanismen spelen een rol in de vorming en bestendiging van deze typen?

Het beantwoorden van het eerste deel van deze vraag zal leiden tot een empirisch onderbouwde typologie. Het tweede deel van de vraag staat centraal in het project en heeft als doel het vergaren van theoretisch inzicht. Hierbij zal gefocust worden op het blootleggen van verklarende mechanismen waardoor de variatie binnen arbeidsuitbuiting kan worden begrepen.

Aanpak
Om de variatie in kenmerken en ervaringen van personen die betrokken zijn bij arbeidsuitbuiting te kunnen begrijpen, maakt dit project gebruik van een nieuwe onderzoeksaanpak. In tegenstelling tot in eerdere studies worden slachtoffers en werkgevers hierbij niet apart onderzocht. Arbeidsuitbuiting vindt immers plaats binnen een onderlinge verhouding tussen de twee. Dit vereist data waarin slachtoffers en werkgevers samenkomen: hun gerechtelijke dossiers. In het onderzoek naar mensenhandel zijn deze een zeer waardevolle en tot nog toe onbenutte bron van informatie. Nederlandse strafrechtelijke onderzoeken verschaffen bijzonder rijke informatie en Nederland is daarmee in vergelijking met andere landen een uitstekend focuspunt. Gerechtelijke dossiers bevatten informatie over de aard van de uitbuiting en details over de persoonlijke achtergronden en motieven van slachtoffers en werkgevers. Ze omvatten verhoren met verdachten, slachtofferverklaringen, transcripties van telefoontaps en verslagen van observaties en huiszoekingen. Kwalitatief onderzoek op basis van Nederlandse dossiers is reeds met succes uitgevoerd op verschillende gebieden, waaronder mensensmokkel, georganiseerde criminaliteit, vrouwencriminaliteit, jihadisme, jongerengeweld en drugssmokkel. Om triangulatie te realiseren worden de gerechtelijke dossiers doelgericht aangevuld met diepte-interviews met slachtoffers en werkgevers.

Bijdrage
Arbeidsuitbuiting in de zin van mensenhandel wordt beschouwd als schending van de mensenrechten en als ernstig misdrijf dat kan leiden tot een gevangenisstraf oplopend tot 12 jaar. De vele slachtoffers van dit misdrijf krijgen te maken met zowel fysieke als psychische klachten, waaronder symptomen van posttraumatische stress. Arbeidsuitbuiting belemmert bovendien een eerlijke concurrentie. Omdat arbeidsuitbuiting steeds meer wordt beschouwd als belangrijk maatschappelijk probleem, staat het momenteel hoog op de nationale en internationale beleidsagenda. Grootse middelen worden ingezet om mensenhandel te bestrijden. Maar ondanks dat er in toenemende mate wordt gereageerd met beleid, blijft empirisch onderzoek om dit beleid op te baseren achter. De Nationaal Rapporteur omschrijft de academische literatuur over arbeidsuitbuiting als een ‘blinde vlek’ en heeft opgeroepen tot meer empirisch onderzoek. Dit onderzoeksproject geeft gehoor aan deze oproep.

Het gebrek aan empirisch onderzoek houdt de ontwikkeling van een zinvol beleidsdiscours en effectieve maatregelen tegen. Beleidsreacties zijn momenteel grotendeels georiënteerd op het slachtoffer en zouden gebaat zijn bij kennis over werkgevers. Met het ontwikkelen van een nieuwe onderzoeksaanpak die informatie over slachtoffers en werkgevers combineert dicht dit onderzoeksproject de kloof in criminologisch onderzoek met betrekking tot werkgevers. De vergaarde kennis zal niet alleen helpen bij het beter ondersteunen van slachtoffers en bij het opsporen en vervolgen van mensenhandelaren (wat op zichzelf broodnodig is) maar zal ook bijdragen aan het verminderen of voorkomen van dit misdrijf.




Contact

E-mail: info@exploitation-research.org
Tel: +31 71 527 3512

Werkadres
M.J. van Meeteren
Afdeling Criminologie
Steenschuur 25
2311 ES Leiden